Gibraltar
Waar voor veel motorrijders de trip naar de Noordkaap HET doel is om eens in je leven te gaan doen dachten wij .............. waarom niet lekker de andere kant op.
Gibraltar, met een omweg, qua afstand net zover maar wel lekker warm, zeker met de tent. 2 BMW's, R1150RT en K1100LT, een trip van bijna 7100 km in 21 dagen geheel over de binnenweg.
De uitgestippelde route liep via het oosten van Frankrijk naar Andorra en vandaar naar Spanje om net onder Valencia de kustweg op gegaan richting Gibraltar. Via Sevilla willen we naar Portugal en daar langs de kust weer omhoog om halverwege Portugal het binnenland weer in te trekken richting Spanje. Door de Picos de Europa weer naar het oosten en via de Pyreneeën omhoog richting Frankrijk, de Correze
Tot Gibraltar hebben we verschillende campings in Frankrijk en Spanje aangedaan. In het binnenland heb je nog campings met "natuurlijke" schaduw plekken maar aan de kust sta je met je tentje in de hitte onder een groot afdak en na anderhalve week de tent op en afbreken waren we er wel klaar mee en hebben we vanaf Portugal maar hotelletjes genomen, erg relaxed.
Vanaf huis zijn we over de grote weg via Langres naar Vallon-Pont-d'Arc in de Ardeche gereden. Vanaf daar over de binnenweg door de Cevennen, Grands Causses en Haut-Languedoc richting de Pyreneeën en via Andorra de grens met Spanje over gegaan. De Pyreneeën blijven mooi en zeker de uitlopers in Spanje zijn een genot om doorheen te rijden.
Zuid Spanje was erg mooi om doorheen te rijden maar we hadden de mazzel midden in een hittegolf te belanden en liepen de temperaturen op tot boven de 45°C wat in je volledige motoruitrusting best warm kan worden. We hebben, voor zover mogelijk, langs de kustweg gereden. Deze varieert van erg mooi tot verschrikkelijk toeristisch. Vooral oorden als Benidorm en Torremolinos zijn zo van die plekken die je een keer gezien wilt hebben als je in de buurt bent, maar ook weer fijn als je er weer uitrijdt en de rustige Spaanse kust weer mag opzoeken.
En dan Gibraltar ............... erg mooi om "de rots" vanuit de verte steeds groter te zien worden. We hadden ons erg verheugt om de stad te bezoeken en de apen die daar leven te zien, we hadden dat eind niet voor niets gereden, toch? Maar helaas, het was aan de grens al zo ontzettend druk met autobussen, auto's en heel veel mensen dat we besloten op afstand even te kijken en door te rijden. Als je door mooie, stille en uitgestrekte gebieden bent gereden dan valt die drukte zo tegen dat we geen zin hadden in al die toeristen.
We zijn langs de kust doorgereden naar Algeciras waar het een stuk rustiger was en we hebben daar heerlijk geluncht. Sevilla was de volgende bestemming, dwars door het prachtige Parque Natural de los Alcornocales. Na Sevilla zijn we weer westwaarts gegaan om richting Albufeira in Portugal te rijden om vervolgens de kustwegen te volgen naar Cascais. Op de een of andere manier heb ik bijna geen foto's gemaakt tijdens de rit door Portugal, hier een van de weinige foto's die ik terugvond.
Op de hoogte van Casal do Alto Foz zijn we het binnenland van Portugal weer ingereden. Via Coimbra, waar we de WK finale Duitsland-Brazilië (0-2) hebben gekeken, zijn we bij Chaves de grens met Spanje weer over gegaan vanwaar we naar het noorden zijn gereden om net onder het plaatsje Mieres naar het oosten te gaan. Door de Picos de Europa, wat een indrukwekkend gebied en een feest om met de motor te doorkruizen. Mooie ongerepte natuur en ontzettend leuke plaatsjes wisselen elkaar af, Spanje op zijn mooist.
In de "autonome gemeenschap" Navarra kwamen we in de middag in een heel klein gehucht een hostel tegen waar we de nacht hebben doorgebracht. Naast dit hostel stond een heel klein kerkje met daarop een aantal ooievaarsnesten. De plaatselijke pastoor heeft voor ons de kerk open gedaan zodat we het op het dak konden klimmen om zo de ooievaars van dichtbij te kunnen zien, een hele leuke ervaring in een van binnen ook prachtig kerkje.
Toen we in de namiddag een biertje op het terras van ons hostel dronken kwam er een motorrijder door de straat rijden, hij zag onze motorfietsen geparkeerd staan en keerde aan het eind van het dorp om, stapte af en vroeg of we er bezwaar tegen hadden dat hij een biertje meedronk, geen probleem natuurlijk. Het bleek een motorrijder uit Baskenland, de streek hier, en hij kende de omgeving als zijn broekzak en stelde voor om de volgende dag samen richting Pamplona te rijden en ons de mooiste plekjes te laten zien.
De volgende dag leidde hij ons via hele kleine weggetjes door een mooi gebied, wat een ontzettend mooie natuur in dat gedeelte van Spanje. Hij wist ons daar over de kleinste weggetjes langs de mooie dorpjes te loodsen waar het leek of de tijd hier heeft stilgestaan. Ook in dit gebeid weer veel stuwmeren die in de tijd van het Franco regime zijn aangelegd. Hele dorpen zijn in die tijd onder water gezet en regelmatig kom je nog resten daarvan tegen. Tegen het middaguur kwamen we aan in de woonplaats van onze gids, Pamplona.
Nadat we nog hebben genoten van een lunch in Pamplona hebben we afscheid genomen van onze gids en zijn we weer doorgereden. Het was de bedoeling om vandaag weer richting Frankrijk te gaan maar daar dacht mijn K1100LT anders over. Een onheilspellend geluid van onder mijn motor gaf aan dat hij niet naar zijn zin had. Het bleek dat mijn uitlaatspruitstuk gescheurd was. Ik heb met onder andere ijzerdraad en een paar houten wasknijpers een noodreparatie uit kunnen voeren en we zijn op zoek gegaan naar iemand die mijn uitlaat kon lassen.
We zijn bij Carrocerias Vicente terecht gekomen en hier wilden ze wel een poging wagen om de boel weer dicht te krijgen. Na een uurtje waren we, met dichte uitlaat, weer op weg richting Sabiñánigo, een klein stadje aan de zuidkant van de Pyreneeën. Volgens onze gids uit Pamplona was de N-260 de mooiste weg om de Pyreneeën van zuid naar noord over te steken. Daar was niets aan gelogen, wat een mooie weg. Een woest gebied met veel meren en hoge bergtoppen met op een van de laatste passen een behoorlijke dichte mist.
Vandaar zijn we via een prachtige weg door de uitlopers van de Pyreneeën via Laruns naar Lourdes gereden om daar naar het noorden te gaan. In een klein gehuchtje genaamd Betplan hebben we de laatste overnachting van onze "motortrip" gehad en daar afgesloten met een heerlijk diner. De volgende dag hebben we de laatste 350 km naar Bois Coutal afgelegd over de binnenwegen van Frankrijk. Daar aangekomen voor de laatste keer de kleine tentjes opgezet in afwachting van onze gezinnen die de dag daarop zouden arriveren. We waren er eigenlijk wel een beetje klaar mee na bijna 7100 km in 21 dagen.
Op Bois Coutal, een camping waar we al vaker waren geweest en veel van de overige campinggasten kende, wilde iedereen weten hoe we het hadden gehad. Dus 's avonds in de bar onder het genot van een biertje ons verhaal verteld en de foto's laten zien. Zoals gewoonlijk op Bois Coutal werden het best veel biertjes en op de terugweg naar de tent ben ik gevallen. Arm uit de kom en enkele minuten van de wereld. Guy, de campingbaas, vertrouwde het niet en heeft midden in de nacht de Pompiers laten komen. Met sirenes en zwaailicht kwam de ambulance de camping op, ik op de brancard naar het ziekenhuis, arm weer op zijn plek en weer naar buiten. Guy heeft ons midden in de nacht weer opgehaald uit het ziekenhuis in Brive-la-Gaillarde.
Ik heb er verder gelukkig niets aan overgehouden behalve een goed verhaal. Als we zo af en toe nog eens op Bois Coutal komen wordt dit verhaal door de huidige campingbaas Patrice, zoon van Guy, op het terras in geuren en kleuren verteld.
Ik heb een weekje niet kunnen sturen maar vond dat niet zo heel erg na de lange trip. Ook mijn motor had nog geen zin. Door de trillingen tijdens het rijden met de gescheurde uitlaat had één van de tapeinden zo "gerommeld" dat de schroefdraad uit mijn cilinderkop geheel verdwenen was. Ik heb dit op de camping kunnen repareren.
De terugweg, zo'n 1200 km, hebben we in 2 dagen gedaan de eerste dag voor een groot deel binnendoor naar Chartres voor een overnachting, de dag daarop over de snelweg naar huis.
Al met al een hele mooie trip. Veel gezien, voornamelijk asfalt, maar over mooie weggetjes mogen rijden door heel mooie streken. Zeker het noorden van Spanje staat op de lijst "nog te bezoeken".